Slot - Reisverslag uit Dronten, Nederland van Wubbe Okken - WaarBenJij.nu Slot - Reisverslag uit Dronten, Nederland van Wubbe Okken - WaarBenJij.nu

Slot

Door: Wubbeokken

Blijf op de hoogte en volg Wubbe

30 April 2012 | Nederland, Dronten

Dag 33, 31 mei 2000
Het Nederlands echtpaar heeft nog heet water over, wat ik kan gebruiken voor mijn thee. Na het ontbijt hang ik mijn tassen weer aan de fiets. Buiten miezert het. Mijn jack doe ik aan, met de lange broek aan trekken wacht ik nog even. Het echtpaar fiets een klein stukje met mij mee de stad uit. Als ik de bocht omga zie ik het echtpaar niet meer, de weg gaat naar boven. Het wordt mistig. Het is acht kilometer klimmen in de mist. Onderweg zet ik een dialoog, met mijzelf, op over fietsers en wandelaars. Bij Castro ga ik de afdaling in, achterlicht aan en handen op de rem. Mijn benen worden nat en koud. Maar net als ik denk ik doe mijn lange broek aan moet ik weer klimmen. Het klimmen vreet energie, mijn benen zijn zo weer warm en droog.
Bij Portomarin ga ik op zoek naar een bar, voor een kop hete koffie. Bij de bar O'Meson kan ik ook een stempel krijgen. Portomarin ligt aan een stuwmeer. Het ziet er ordelijk recht en ruim uit. De oorzaal hiervan is, dat het oude dorp onder de waterspiegel ligt. De mooiste gebouwen zijn steen voor steen afgebroken en hogerop weer in elkaar gezet, ook de vierkante kerk San Juan. Hier en daar ziet men genummerde stenen, overblijfselen van de herbouw.
Op het plein in Portomarin bel ik Saria om mijn terugreis te regelen. Over een uur kan ik terug bellen. Na Portomarin moet ik 13 kilometer klimmen. De hellingen vallen mee, ze zijn niet zo steil. Boven bel ik Saria terug, het is goed ik kan dinsdag mee terug naar Amsterdam. Een goed gevoel is dit, ik kan op tijd terug naar huis. In Ventas de Narón, om halftwaalf breek de zon door en het is direct warm. In de afdaling over een weg vol met gaten kom ik in Lameiros. Hier staat een oude eik met een oude granieten kruis met aan de ene kant Christus en aan de andere zijde Maria met haar dode zoon. Hier stop ik, eet mijn brood, nog steeds met jam en doe mijn jas uit. Dit deel van de route is zeer arm, de koeien lopen door de hoofdstraat, daarbij de enige straat. De straat zit onder de stront, met als gevolg dat de straten vol met vliegen is. Wat zal dit in de middeleeuwse steden een stank hebben gegeven. In Palas de Rei haal ik een stempel in de alberque en geld bij de naast gelegen bank en hier koop ik mijn eerst ijsje en heerlijk magnum. Het is nu 31 ºC. Vanaf Palas de Rei blijf ik de hoofdweg volgen tot aan Melide. Het is steeds op en neer, het is een vermoeiende klus, zeker met deze warmte. In Melide ga ik de kerk van San Roque bezoeken, een eenvoudige kerk met een mooi altaarstuk met de heilige Rochus. Een stukje verderop in een keurig aangelegd park eet ik mijn brood op. Nu ga ik ook van de hoofdweg af. Het is een smalle weg en natuurlijk geen meter vlak. Tegenliggers attenderen mij erop dat ik van de hoofdroute af ben. Ik ga zelf ook twijfelen of ik de goede afslag wel heb genomen. Ik zie ook geen plaatsnaambordjes. Na een paar kilometer zie ik een man lopen, aan hem vraag ik of ik op de goede weg ben naar Varelas. Gelukkig, het blijkt goed te zijn. Na twee kilometer moet ik een afslag naar rechts nemen, maar ook hier geen bekende namen. Toch maar de weg vervolgen, bij de volgende afslag ga ik toch maar naar rechts. Maar ook hier weer geen naambordjes. Bij een boerderij, voor Spaanse begrippen, vraag ik aan de man waar ik precies ben. En tot mijn verbazing spreekt de man Duits. Het blijkt toch dat ik een afslag te vroeg heb genomen, nu kom ik eerder op de grote hoofdweg dan gepland. Op de hoofdweg ploetert ik nog maar even voort, de ene helling op de andere weer af. Ik vraag of in Azua toch maar even of de camping nog bestaat, nee dus ik ga naar de refugio. Het is een keurige refugio, goede matrassen. Bij het inschrijven krijg ik een stempel. Na het douchen koop ik mijn avondeten bij een supermacado. Om zeven uur ga ik met een paar andere pelgrims een kapel en de Jacobskerk bekijken. Het kapelletje heeft zowel Romaanse als Gotische elementen en heeft een houten dak. Het staat bekent om zijn akoestiek. De Jacobuskerk is een eenvoudige kerk. Mooie belden van San Iago, Matamoros, Anthonius van Padua, Fatima en San Isodore. Daarbij krijgen wij een speciale stempel van de kerk in onze Credential. Hierna ga ik terug naar de refugio om te eten. Mijn eten voor vanavond bestaat uit brood met kaas, een salade van tomaat, ui en olijven en rode wijn. Om halftien lig ik in mijn bed, vandaag waren het 90 kilometer. Morgen is mijn laatste fietsdag. Na ongeveer 50 kilometer moet ik er zijn.
Totaal 2775 km.


Dag 34, 1 juni 2000,
Om zeven uur uit mijn bed, de meeste zijn al vertrokken. Voor de wandelaars is dit de één na laatste dag voor een enkeling de laatste. Voor mij is dit de laatste fietsdag, maar nog wel een met veel heuvels. Als laatste vertrek ik uit de refugio. Na een klein stukje grote wegga ik richting Touro. Ik fiets weer in de ochtendnevel, mijn achterlicht aan en zoveel mogelijk uiterst rechts rijden. De route gaat door een eucalyptusbos, bij vlagen is dit goed te ruiken. Naast de weg stromen kleine riviertjes en het is heel groen hier. Ik fiets door gehuchtjes met veel blaffende honden. In Touro drink ik in een cafetaria een lekkere koffie met een heerlijke broodje erbij voor 250Pst. In Nederland betaal je dat alleen al voor de koffie.
De weg slingert door het bos, Nog tien kilometer dan zit "De Weg" voor mij erop. Net voor Arins moet ik nog in de pedalen voor een drie kilometer lange klim en net voor Santiago de Compostela nog een flinke klim. De eerste straat in Santiago de Compostela mag er wel zijn een flinke kuitenbijter. Aan het einde hiervan ga ik linksaf naar de Plaza de Galicia daarna ga ik rechtsaf en dan weer linksaf naar de Plaza del Toral. Via de Rúa del Villar, dan sta ik op het plein voor de kathedraal. HET ZIT EROP.
Daar sta ik dan, alleen, op het grote plein, geen juichende mensen of mensen die applaudisseren. . Dit was geen verrassing, De Weg is belangrijker dan het einddoel: Santiago de Compostela. Ik bel naar huis, er wordt niet opgenomen. Ik bel vanavond nog wel een keer.
Na een tijdje ga ik naar het pelgrimsbureau, naast het kathedraal. Hier krijg ik mijn laatste stempel en de Compostela krijg ik uitgereikt. Direct hierna fiets ik naar de camping, ik zet mijn fiets tegen een boom, en dan loop ik even met mijn ziel onder mijn arm over de camping. Er is geen haast meer, ik hoef niet meer verder. Ik zet mijn tent maar op, ik blijf hier nog een paar dagen om de stad te bekijken.
Eind van de middag fiets ik door de stad en koop wat broodjes. Als ik terug op de camping ben komen Henk en Reini er aangelopen. Ze zijn gisteren hier aangekomen. Leuk om hen weer te zien. Ze blijven nog een paar dagen, ze gaan nu naar de stad om te eten met een ander stel die ze ontmoet hebben.
Om halfnegen bel ik Marloes, ze is druk aan het schilderen en het behang aan het verwijderen. Ze feliciteert me met het behalen van mijn einddoel. Voordat ik naar huis ga zal ik nog bellen. Van veel mensen krijg ik via de SMS felicitatie binnen. Heel erg leuk deze berichten.
Op de camping praat ik met wat Nederlanders en Belgen over mijn fietstocht. Ze vinden het een hele prestatei. Als je onderweg bent dan zie je dat zelf niet zo, je leef bij de dag, bij het stukje route van de dag. Ik heb zoveel indrukken opgedaan, zoveel gezien veel mensen ontmoet, dat het nog wel heel lang zal duren voordat ik dit allemaal werk heb. Er is geen dag geweest dat ik heb gedacht, waar ben ik aan begonnen. Een droom is uitgekomen en is mij zeker niet tegen gevallen. Dromen zijn geen bedrog, als je maar in jezelf blijft geloven dan kan je gewoon heel veel. Bedankt Marloes dat je mij hierin hebt gesteund en dat je dit mede mogelijk hebt gemaakt. Het waren vandaag maar 55 kilometer, maar het waren zware kilometer en niet alleen fysiek.
Totaal 2830 km.


Dag 35, 2 juni 2000
Lekker uitgeslapen, douchen en dan ik lopen de stad in. Eerst loop ik naar het estación de autobuses, ik moet nog mijn plaatsreservering verifiëren bij het loket Grupo Enatcar. De man achter het loket kijkt het na, ja ik mag dinsdag definitief mee terug naar Nederland.
In de hal van het busstation word ik aangesproken door twee Nederlanders, die met de bus terug gaan naar Nederland, "jij bent zeker Wubbe" vragen ze. Ik kijk verbaasd, ze vertellen dat ze Reini en Henk hebben ontmoet en gister avond zijn ze gezamenlijk uit eten geweest. Ze hebben een goede beschrijving van mij gegeven. We praten nog wat en ik loop mee om te zien hoe de fietsen in de bus gaan. De fietsen moeten wel verpakt worden. Ik zwaai ze uit en wenst ze een goede terugreis.
Ik loop verder de stad in, op weg naar de kathedraal. Onderweg zie ik diverse kerken en andere bezienswaardigheden, ik vermaak mij de komende paar dagen wel. Net voor twaalven kom ik aan bij de kathedraal. Bij de hoofdingang staat de boom van Jesse, waar iedere pelgrim zijn hand inlegt. In het verloop van de jaren is de boom volledig weg gesleten, de vorm van de handen is goed zichtbaar. Het is al druk in de kathedraal, in de zijbeuk ga ik zitten om de mis bij te wonen. Dit is mijn eerste mis die ik bijwoon, het is niet te vergelijken met de kerk uit mijn kinderjaren. Zonder nu de een of ander kerk te veroordelen, de mensen geloven in dezelfde God, alleen met andere riten en rituelen. Deze mis is in grote lijnen wel te volgen, te minste de handelingen, tekstueel is het niet te verstaan. Een non zingt met een mooie, zuivere stem, het geluid zweeft door de enorme ruimte, het klinkt schitterend. Aan het einde van de mis wordt het enorme zilveren wierookvat gezwaaid. Vijf mannen trekken hard aan het touw, om de botafumeiro in beweging te krijgen. Langzaam zwaait het steeds hoger en de snelheid neemt toe. Het zwaait rakelings langs mij heen en raakt bijna het plafond van de zijbeuk, indrukwekkend schouwspel.
Bij het postkantoor informeer ik of er post restante voor is. Ja, er zijn diverse kaarten en brieven, van familie en vrienden en collega's. Het is grandioos dat er zoveel velen meeleven met mijn tocht. Het doet me goed. In een van de brieven heb ik geschreven dat men eerst weg moet gaan om thuis te komen, en zo is het ook. Door weg te gaan realiseer ik mij ook wat ik achter laat en dan wil ik dat de reis ten einde is, het maakt dan niet uit hoe ik ook geniet van "de weg" en wil ik terug gaan naar mijn dierbaren.
Terug op het plein zie ik nog meer pelgrims aankomen, sommigen alleen, anderen komen in groepen. Het is een prachtig belevenis om al die mensen zo te bekijken en weten wat ze hebben moeten doorstaan om hier te komen.
Onderweg naar de camping koop ik nog wat avond eten bij een automacado. Als ik het Spaanse woord zoek voor ui, cebolla, en naar de uien wijs, vraagt de eigenaar of ik uien moet hebben. Het blijkt dat de man twintig jaar in Veenedaal heeft gewerkt, hij spreekt goed Nederlands, zijn vrouw en zoon spreken ook nog redelijk Nederlands.
Op de camping ga ik bij Reini en Henk langs we drinken samen een paar biertjes en vertellen onze avonturen. Naast hen staan nog twee fietsers die gaan dinsdag ook terug met de bus van Saia.
Na het eten, ga ik nog wat wandelen met een paar andere Nederlanders die op de camping staan.


Dag 36, 3 juni 2000
Na een goede nachtrust, en een kop thee ga ik de stad in. Nu ga ik met de fiets, ik wat door de hele stad heen fietsen en niet alleen in het centrum. Onderweg stop ik bij een barretje en bestel een lekker kop koffie met een broodje. Vlak bij het centrum zie ik veel mensen met tassen vol met groente en fruit lopen. Ik ga tegen de stroom in naar de plek waar ze vandaan komen. Het laatste stukje ga ik lopen, het is met zoveel mensen niet meer te fietsen. Bij een doorgang naar een plein zet ik mijn fiets op slot, ik loop het plein op waar een hele grote markt is. Hier worden producten verkocht door mensen uit de omliggende dorpen. Boeren met kippen, eieren en zelf gemaakte kaas. Maar er zijn ook oude vrouwtjes met maar één mandje kaas of met eigen verbouwde groente. Het plein is omgeven door meerdere hallen, waarin nog veel meer wordt verkocht. Hier staan de vissers en vishandelaren hun verse producten te verkopen. Maar ook kramen met vlees, noten, olijven wijn. Als ik bij een oude vrouw stop om te kijken wat er in haar mandje ligt, heb ik voor dat ik het weet 5 grote kazen in mijn handen. Als ik zeg, "No queso" is ze teleurgesteld en rukt mij de kazen weer uit mijn hand. Wat verderop koop ik een stuk worst en olijven. Bij een broodboer koop ik een lekker stuk donker brood. Jammer dat ik mijn fototoestel niet bij mij heb. Terug op de camping ga ik eerst eten.
Naast mij zijn twee ex-wielrenners komen te staan, twee aardige mannen. Brabanders, die veel en hard fietsen met hun bagage. Ze gaan maandag naar Portugal en dan langs de zuidkust van Spanje weer terug naar Andorra. Dan gaan ze nog via een maar cols in de Pyreneeën naar Lourdes en dan weer naar huis terug. Dit alles binnen 10 weken.
Als ik voor mijn tentje zit, hoor ik een bekende stem mijn naam roepen. Ik sta op en zie Philibert en Katrien aankomen lopen. Ze zijn net gearriveerd en ze zijn op zoek naar mij. Het is een hartelijk weerzien, ze hebben het ook gehaald. Voor Katrien waren de laatste paar dagen heel zwaar geweest. We nemen snel wat hoogte punten door en dan gaan ze hun tent opzetten, daarna gaan ze eten in het restaurant op de camping. Morgen gaan we gezamenlijk de stad in.


Dag 37, 4 juli
Na het ontbijt loop ik naar Katrien en Philibert, ze staan te praten met nog meer pelgrims, mensen die elkaar al eerder onderweg ontmoet hebben. De meeste hebben dezelfde route gefietst door Spanje, en hebben dezelfde dorpjes en landschap gezien. Maar toch grote verschillen, zo ben ik met harde wind en mist naar de Cruz de Ferro gefietst, mensen die een dag voor mij en een dag later gefietst hebben hadden stralend weer. Op de Cebreiro had ik schitterend weer, Henk en Reini hadden daar heel slecht weer, kou en veel regen. Zo krijgt de route iets persoonlijks. De ene dag kan enorm verschillen met de andere, het weer en natuurlijk ook hoe jezelf die dag voelt.
Met Katrien en Philibert ga ik de stad in, we lopen langs El Monte del Gozo, met zijn pelgrimsbeeld van de pelgrim die alles en iedereen bedankt dat hij in de stad is aan gekomen. We lopen door de oude wijken en komen zo bij de kathedraal. We gaan de buitenzijde goed bekijken en komen op de Plaza de la Quintana aan de zijkant van de kathedraal. Aan deze zijde bevindt zich ook de beroemde Puerta Santa, de heilige deur die alleen open is in een heiligjaar. Iedere jaar waarin 25 juli op een zondag valt is een heiligjaar. Vorig jaar was een heiligjaar, er zijn toen 154.613 pelgrims geregistreerd uit 91 landen. Uit Nederland waren het er 858 pelgrims. Binnen wordt weer een pelgrimsdienst gehouden. We gaan naar binnen, nu ga ik niet zitten maar ik blijf staan in een van de gangen. Op de voorste bank zie ik Cor, uit Zwolle zitten, ze heeft het gehaald. Ook zij gaat morgen mee met de bus terug. Aan het einde van de mis loop ik wat door de kathedraal heen om alles nog een keer te bekijken. Ook ik ga achter de heilige Jacobus langs en bekijk al het goud om hem heen.
We gaan ergens wat drinken en bestellen wat tapas, heerlijk al die verschillende hapjes. Als we weer een plein oversteken ontmoeten we pelgrims die we onderweg ook al hebben ontmoet. Ook sommigen hebben Kees ook ontmoet. Zo kom ik ook Toine nog tegen in de stad, hij logeert in een hotelletje vlak bij het centrum. Hij gaat dinsdag ook mee met de bus naar Nederland. En het oudere echtpaar die ik in Sarria ook al heb ontmoet zie nu hier ook op het plein, ze gaan dinsdag met het vliegtuig terug naar huis.
We lopen weer terug naar de camping en zijn moe van het slenteren. Op de camping komen wij nog meer bekenden tegen, althans die Katrien en Philibert hebben ontmoet. 's Avonds lopen toch nog maar een keer de stad in, we gaan eten in een bistro. Er wordt een eenvoudige, maar lekkere menu van de dag geserveerd. Een lekkere rode wijn erbij maakt het compleet. Na het eten lopen we door de sfeervol verlichte stad. In de vitrines van de restaurants staan diverse schitterende aquaria en mooi opgemaakte visschotels. We lopen terug naar de camping. Ik ben moe en val vrijwel direct in slaap.


Dag 38, 5 juni 2000
Vandaag is mijn laatste dag in de stad. Reini en Henk gaan nu weer op weg naar de Spaanse grens, vandaar gaan ze met de fietsbus weer naar huis. Ik zwaai hen uit en ga mij douchen. Na het ontbijt loop ik samen met andere Nederlandse pelgrims naar het busstation, sommige moeten vandaag hun plaats nog bevestigen. In de hal hoor ik mijn naam roepen, ik draai mij om en zie Claar. Ze is gisteren in de stad aangekomen. Ze overnacht in een luxe hotel. We gaan met z'n allen even kijken bij de perrons waar de bus voor morgen vertrekt.
Samen met Claar loop ik de stad in, we gaan in een barretje koffie drinken. Er komen nog twee fietspelgrims bij ons zitten, die Claar al eerder ontmoet hebben. We wisselen onze ervaringen uit, er valt veel te lachen. Veel is ook herkenbaar.
Ik ga voor de laatste keer naar het postkantoor, er is geen post voor mij. Op het plein ontmoet ik Toine nog een keer, we gaan samen een biertje pakken. Als ik later die dag terugloop naar de camping koop ik nog een voorraad voedsel en drinken voor morgen onderweg. Boven dien koop ik nog een rol touw en twee rollen huishoudfolie. Bij een van de winkeltjes had ik al eerder een mooi T-shirt voor Yannick en Youri gezien, alleen de juiste maat is een probleem. In de winkel ga ik eerst de T-shirt omschrijven die ik bedoel, als ze dat doorhebben na 10 á 15 T-shirts, blijkt dat ze de maat niet hebben. De kindermaten in Spanje komen niet over een met de maten in Nederland. Een verkoper loopt met me mee, legt aan een ander verkoper uit welke T-shirt ik bedoel en vraag naar de maat. Bij de derde winkel is het raak, twee mooie exemplaren. Ik bedank de verkoper en ga naar een sieraden winkel. Hier is keus genoeg, maar wat zal ik kopen voor Marloes? Ik zie een mooie estrella liggen, het symbool van Santiago de Compostela, culturele hoofdstad van Europa 2000. Een estrella is een mooie Franse Etoile, snap ie?
Op de camping ruim ik de tassen en de tent uit. Het overbodige gooi ik weg. In een sporttas stop ik mijn stuurtas en het eten en drinken, die gaat morgen mee de bus in. Katrien en Philibert komen mij ophalen, we gaan met negen personen uit eten in een barretje dicht bij de camping. We vragen of het mogelijk is hier te eten en wat de "plato de dia's" is. Het is goed, we moeten nog wel even geduld hebben, eerst moet de vrouw des huizes nog gehaald worden. Ze bereidt voor ons een heerlijk maal, we schenken voor ons zelf een heerlijke rode wijn. We worden wel vrolijk zo met zijn allen. Ik wandel samen met de anderen terug naar de camping waar ik mijn laatste nacht in mijn tentje doorbreng.

Dag 39, 6 juni 2000
De camping is nog in alle rust als ik mij ga douchen. Mijn laatste McBrain dient als mijn ontbijt. Het kommetje en kopje, gasfles, brander, toiletspul, slaapzak, regenjas, radio, korte broek, fietshelm, zaklampje, droogdoekje, sokken, en waarschijnlijk nog wel meer gaan voor de laatste keer in de fietstassen. De tassen hang ik aan de fiets en ga de rekening betalen van de vijf overnachtingen. Als alles aan de fiets hangt gaan we met z'n allen naar het busstation. Bij het loket moet ik mij aanmelden, de naam en ticket worden gecontroleerd. Het klopt, ik en mijn fiets mogen mee. De fiets past net niet in de lift, zo moet ik met een bepakte fiets een trap af, om op het perron te komen. Moeizaam loop ik naar beneden. Op het perron haal ik mijn tassen eraf en knoop ze met touw twee aan twee vast. Het stuur draai ik een kwartslag, het zadel laat ik zakken en het voorwiel zet ik met touwtjes aan het frame vast. Dit alles wikkel ik in met 30 meter huishoudfolie. De anderen pakken hun fietsen niet zo goed in. Er is één man bij die nog niet het stuur een kwartslag kan draaien. Ik heb mijn diensten maar aangeboden.
Om kwart voor elf komt de bus aanrijden, alle spullen passen er in. Ik neem afscheid van de mensen op het perron, en het bijzonder van Katrien en Philibert. Zij gaan woensdag met de bus naar Santander, om vanaf daar met de boot naar Engeland te gaan. We zullen elkaar schrijven. De anderen zullen vrijdag vertrekken met de bus, ze zijn gekomen om ons uit te zwaaien. Het is toch nog kwart over elf als we vertrekken. Er zitten ook Spanjaarden en Marokkanen in de bus die na familie bezoek nu ook terug gaan naar Nederland. Claar, Cor en Toine zitten ook in de bus. Achter mij zitten nog twee Nederfietsers. In totaal gaan er nu acht fietsen mee naar Nederland. De zitplaatsen zijn nogal aan de krappe kant, heb ik nog een dubbele zitplaats. Onderweg stappen er nog mensen in. Toine vertelt de ene mop naar de andere, en dat in verschillende talen tot groot vermaak van een ieder.
De bus gaat via Orense, Benavente, Palencia naar Burgos. Net voor Burgos vertelt de buschauffeur een heel verhaal in het Spaans, het is niet te volgen. We weten niet wat er nu gaat gebeuren. Een van de Spanjaarden uit Nederland verteld in grote lijnen wat de bedoeling is. Het schijnt dat we in Burgos stoppen om wat te eten, en dat we daar moeten overstappen. De mensen die naar Duitsland en Eindhoven moeten in een andere bus overstappen, even later blijkt dat ook de reizigers met bestemming Amsterdam hier moeten over stappen. Na het eten kom ik buiten, er staan nu zeven bussen. Maar welke bus gaat nu naar Amsterdam? Op de bussen staan allen maar nummers, geen plaatsnamen. Als ik vraag krijg ik het antwoord in het Spaans, hier heb ik niets aan. Ik pak zelf maar het formulier in zie dat ik bus nummer dertig moet hebben. Alles moet nu uit geladen worden, dit gebeurt met alle zeven bussen tegelijk. Iedereen kijkt elkaar aan en probeert zoveel z'n eigen spullen in de gaten te houden. Ik ga opzoek naar mijn fiets, staat helemaal achteraan in de bus. Cor houd voor mij de tassen in het oog terwijl ik mijn fiets overzet. Daarna volgen mijn tassen. De reis gaat verder via Vitoria naar San Sebastian. Onderweg rijden we door zeer afwisselende landschap. Van bergwegen met mooie vergezichten en indrukwekkende kloven tot zeer saaie vlakten en industriegebieden. In San Sebastian stoppen we om half twaalf, het is nu donker, we wachten en wachten, maar waarop. Ha, er moet nog een persoon met ons mee. De nachtfilm begint, het is de Amerikaanse film "The Manhatten Project" maar wel in het Spaans nagesynchroniseerd. Na 1uur en drie kwartier komt er een eind aan dit verhaal. Sommigen slapen al, ik ga ook maar eens proberen te slapen. Het slapen valt niet mee, om de haverklap ben ik wakker, er is geen ruimte voor mijn benen. Ik weet halverwege de nacht niet meer hoe ik moet zitten. De bus is al 15 uur onderweg.
Ook aan deze nacht komt een eind, om negen stop de bus voor een ontbijtstop. Ik "zit" dan al weer 22 uur in de bus, voor zover ik nog kan zitten. Als we weer vertrekken wordt er muziek opgezet, hard en de chauffeur is in eerste instantie niet van plan om het zachter te zetten, maar als er steeds meer mensen zich ermee gaan bemoeien kan de muziek wel zachter, namelijk uit.
Bij een volgende stop stappen er een paar mensen eruit, hun busreis zit erop. Reizigers richting België en Nederland moeten hier over stappen. Alles gaat er weer uit, de tassen en fietsen moeten weer overgezet worden. Reizigers uit de andere bussen komen erbij. De bus gaat over de periferie, en komen zo in een file terecht. Het is niet voor lange duur, we kunnen snel weer doorrijden, nou ja, snel? We rijden.
We gaan nu richting België, onderweg stappen er steeds meer mensen eruit. Het einde van de rit is in zicht. Bij een AC restaurant, net voor Breda, stoppen we nog een keer om te eten. Hier moet ik nog een keer overstappen richting Amsterdam, de bus gaat door naar Breda en Utrecht. De bus is nu halfvol, ik lig half op de bank, een beetje naar buiten te kijken. Het is druk op de Nederlandse wegen.
Om halfzeven komt de bus aan bij de Amstelstation. Mijn spullen zijn er snel uit, ik help een mede pelgrim om zijn fiets weer fietsklaar te maken. Hij woont een paar minuten fietsen van de Amstelstation, hij wordt niet opgehaald. Als het goed is, ik wel. Ja hoor, daar komt de Ford, om kwart over zeven, met Marloes aan het stuur. Het is een hartelijk weerzien, Lekker even goed vasthouden ze kan mijn ribben tellen. Ik ben ongeveer 10 kilo lichter dan ten tijde van mijn vertrek. Lekker even knuffelen met Youri. Hij is zo blij om mij terug te zien. Yannick is er niet bij, hij is op schoolkamp. De fiets leg ik samen met mijn tassen achter in de auto. Onderweg naar huis zit Youri steeds aan me en houd mij vast.
Om halfnegen ben ik weer thuis, nu zit de reis er werkelijk op. Nog een paar dagen thuis en dan weer terug naar de werkelijkheid van alle dag. Maar deze tocht zal ik nooit meer vergeten.


- Einde -

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nederland, Dronten

Dronten - Santiago de Compostela

Recente Reisverslagen:

30 April 2012

Slot

30 April 2012

deel 3

30 April 2012

deel 2

23 April 2012

Santiago 2000
Wubbe

Actief sinds 27 Feb. 2012
Verslag gelezen: 453
Totaal aantal bezoekers 135764

Voorgaande reizen:

05 Mei 2017 - 27 Mei 2017

Via de la Plata 2017

02 Mei 2014 - 12 Juni 2014

Vader en zoon onderweg naar Santiago

03 Mei 2013 - 29 Mei 2013

Dronten - Provence

04 Mei 2012 - 09 Juni 2012

Dronten - Rome

30 April 2006 - 28 Mei 2006

Rome - Dronten

01 Mei 2004 - 29 Mei 2004

Sevilla - Santiago de Compostela

09 Mei 2002 - 11 Juni 2002

Dronten - Rome

29 April 2000 - 01 Juni 2000

Dronten - Santiago de Compostela

Landen bezocht: