deel 2 - Reisverslag uit Dronten, Nederland van Wubbe Okken - WaarBenJij.nu deel 2 - Reisverslag uit Dronten, Nederland van Wubbe Okken - WaarBenJij.nu

deel 2

Door: Wubbeokken

Blijf op de hoogte en volg Wubbe

30 April 2012 | Nederland, Dronten






Dag 13, 11 mei 2000
Voordat ik Ligugé verlaat bezoek ik nog de benedictijner abdij, gesticht in 361 rond de kluis waarin St. Maarten verbleef. Binnen is een benedictijner museum. Een deel van de huidige kerk stamt uit de 4e en de 7e eeuw, de rest uit de 16e eeuw.
Er volgt een klim naar Iteuil, het gaat moeizaam. Het wordt tijd voor een rustdag, de fiets gaat lawaai maken. Er volgt een nog steilere klim naar La Grazaliére, het gaat steeds langzamer, boven moet ik eerst bijkomen. Dit belooft wat voor de "echte" bergen. Het regent, de wegen zijn hier en daar glad. Terwijl ik naar boven fiets spoel het water naar beneden, zo moet ik behalve naar boven fietsen ook nog tegen de stroom in. In Vivonne trek ik mijn lange broek aan, koop een broodje die is binnen de kortste keren ook klef (nat).
Ik kom door schitterden gehuchten, drie á vier huizen, boerderijen. Af en toe stop ik om wat te drinken of om een foto te maken. Om elf uur ben ik in Melle, vorig jaar hebben we hier aan de D948, op een parkeerplaats gestaan met de caravan om wat te drinken. Het water komt nu met bakken tegelijk uit de lucht vallen. Ik ga schuilen in een bus abri, na de bui ga ik op het marktplein eten en maak een foto met de zelfontspanner. Ik besluit om door te fietsen, in plaats van om hier in Melle te overnachten zoals het gepland was. Zo kom ik fietsen door het fraaie landschap van het Parc Régional en door het Forét d'Aulnay in de namiddag aan in Aulnay. Hier staat een schitterende pelgrimskerk van St. Pierre, het staat vol met reliëfs met bijbelse vertellingen om de pelgrims te leren, te vermanen en te bemoedigen. In het algemeen waren de pelgrims analfabeten. Hier staan op het kerkhof stenen sarcofagen op pootjes. Bij het toeristenbureau, naast de kerk haal ik een "tampon" voor mijn Credential. Het is droog geworden. Onderweg naar de camping in Nuaillé-s-Boutonne fiets ik langs het riviertje de Boutonne, héél véél bomen liggen hier om door de storm van afgelopen kerst. Bij de camping staan alleen nog de bordjes "camping" maar er is geen camping meer. Dit is een tegenvaller nu moet ik nog 12 kilometer verder. De brug is spekglad, er liggen metalen traanplaten, ik ga bijna onderuit. Het achterwiel glijdt weg, ik kan mij nog net staande houden. Pfffff….., dat scheelde maar weinig.
Het waait hard, wind tegen, ik ben moe, mijn benen zijn moe, mijn knieën zijn moe. Nog drie kilometer naar de camping, helling op, helling af het gaat maar door. Ik volg de campingbordjes door de stad, ha, daar is de camping. Nee toch "camping fermé", het seizoen is hier blijkbaar nog niet begonnen. Honderd twintig kilometer op de teller en in mijn benen. Ik ga géén meter meer. Naast de camping is een camper parkeerplaats, met een water- en elektra automaat. De parkeerplaats grenst aan een parkje, waar ik mijn tent opzet. Op een trap van een aangrenzende gebouwtje kook ik mijn eten, lekker beschut. Het blijft de hele avond rustig. Uit de waterautomaat tap ik water om te koken en af te wassen. Ik doe mijn tent dicht, mijn ogen dicht, ik ga slapen. Morgen wordt een korte dag, naar Saintes mijn rustplekkie.
Totaal 1306 km.


Dag 14, 12 mei 2000
In St. Jean-d'Angely is het nog rustig als ik vertrek van mijn kampeerparkje. De route gaat slingerend door het glooiende landschap. De zon schijnt, ik doe mijn lange fietsbroek uit en vouw mijn jas op. In Fenioux staat een kerk uit de 9e eeuw, ernaast staat een toren, een zogenaamde "lanterne des morts". Boven in deze toren is een kleine ruimte waarin een lamp hing, ze symboliseerde de onsterfelijkheid van de ziel die bleef bestaan ook als het lichaam al vergaan was. Daarom zie je deze lantaren ook wel op kerkhoven. De toren hier in Fenioux is van de 12e eeuw. In Taillebourg komt een fietser mij tegemoet, we stoppen. Het is een Canadees die twee maanden door Frankrijk trekt. Hij heeft in Saintes overnacht, daar heeft hij ook Bart, de Eindhovenaar ontmoet. De Canadees vindt het schitterend in Frankrijk, alles is heel oud. Wat in Canada zo'n tweehonderd jaar oud is, is voor Canadese begrippen al vele eeuwen oud. We wensen elkaar een goede reis en een ieder gaat zijn eigen weg. Gek hè, dat je allerlei mensen ontmoet, die weer mensen ontmoet hebben die ik ook weer ontmoet heb. Het schept toch een zekere band langs de route. Je bent nooit echt alleen onderweg, maar met velen.
Om halfelf kom ik op de camping in Saintes aan, dit is de eerste dag dat de camping open is. Ik word als eerste bezoeker van het jaar 2000 in de analen bijgeschreven. Ik zet mijn tent op en ga douchen. Nadat ik wat kleding heb gewassen hang ik het aan de lijn om te drogen. Aan de beheerder vraag ik of er in de stad ook een fietsenmaker is. Er zijn er twee, de beheerder tekent op een plattegrond de route in. Eén is vlak bij de camping. Aan de fietsenmaker leg ik uit wat er aan de hand is, volgens mij zijn er na de slippartij van gisteren twee spaken gebroken en heb ik een slag in mijn achterwiel. Om halfvijf zal de fiets klaar zijn. In de tussentijd ga ik de stad in en ga bij de kathedraal kijken. Op weg naar de kathedraal kom ik langs het postkantoor, even naar binnen om te zien of er Post Restante voor mij is. Er zijn twee poststukken, één van Chris en Anneke Huisman en één van Marloes. Bij de kathedraal ga ik op een bankje, in de schaduw zitten om de post te lezen. Marloes heeft veel geschreven over de week in Zeewolde. Het viel niet mee in het begin zonder mij, schrijft ze. Aan het einde van de week is er toch al sprake van wat gewenning. Het is toch ontroerend om de brieven te lezen. Van Yannick en Youri twee schitterende tekeningen, zo treffend, kan je nagaan wat de kinderen toch bezig houdt. Bedankt jongens voor de tekeningen, terwijl ik de tekeningen bekijk lopen er twee traantjes over mijn wangen (er kunnen er ook meer zijn). Ik zal de tekeningen en de brieven koesteren.
Chris heeft een kaart gestuurd van de Batavia en schrijft dat ook dit schip een jacobsstaf aan boord had, om de hoogte van de zon te meten.

Ik loop nog naar de St. Eutrope, een romaanse pelgrimskerk. Het staat in de steigers en is gesloten. Ik heb hier al een keer gewandeld, toen was ik met Marloes en de kinderen op weg naar het amfitheater een stukje verder op. Terug in het centrum ga ik eerst wat eten bij een soort McDonald, een belegd broodje en cola. Hierna ga ik wat ansichtkaartjes kopen, op een terras pak ik een biertje en vul de achterkant in van de ansichtkaartjes. Tegen halfvijf loop ik naar de fietsenmaker, hij heeft drie spaken vervangen. Ik reken 60FF af en ga naar de winkel. Bij de Coöp doe ik mijn avond inkopen, aardappeltjes met biefstuk en een toetje. Het toetje viel tegen. 's Avonds ga ik een wandeling maken langs de Charente, op de oever zie ik nog een grote bruine rat met een lange staart. Terug op de camping ga ik op een bankje, in de zon bij de speeltuin, zitten te schrijven in mijn dagboek. Tegen negenen bel ik naar huis, krijg Yannick aan de telefoon. Leuk om hem te horen, ik vertel hem dat ik zijn tekening ontroerend vond. Hij heeft zelf niet veel te vertellen of weet niet wat. Marloes is aan het grasmaaien, ze werkt altijd maar door. Het gaat goed thuis. Ze vertelt dat de zaak goed gedraaid heeft deze week. Ik hoop dat ze mee mag naar Zuid-Afrika. Youri heeft zijn topo test gedaan en een negen gehaald, goed hè. Van hem heb ik ook zo'n mooie tekening gekregen. Yannick vertelt wel eens wat in de klas over mijn fietstocht en wil zijn werkstuk eraan wijden, wat een schat. Zondag bel zal ik opnieuw naar huis bellen.
Vandaag 31 km gefietst en de hele dag door de stad geslenterd. Ik ga slapen tot morgen.
Totaal 1337 km.


Dag 15, 13 mei 2000
Na het ontbijt op de fiets de stad in, ik kom een paar ansichtkaartjes tekort. Mijn oude slaapzak plakt aan de buitenkant en er blijft van alles aan kleven, het is een oude, nog een slaapzak uit mijn diensttijd. Hier moet dus een ander voor komen. Ik wil geld pinnen, om een nieuwe slaapzak te kopen, maar er komt geen geld uit de muur. Mijn budget voor deze week is op. Met andere bankpas geld getapt. Bij de Carrefour een slaapzak gekocht en mijn avondeten "Riz Cantonais".
Van de ANWB kampeerreizen komt de contactman het terrein op rijden (er zullen in de loop van de dag nog 26 combinatie volgen) De man stelt zich voor als ik op hem afloop. Hij is ook NCC-lid en woont in Ede. Hij en zijn vrouw hebben onderweg in Vouvray Philibert en Katrien ook nog getroffen. Wat is de wereld toch klein. Ik word uitgenodigd om op vijf uur een glas wijn te komen drinken, iemand van het reisgezelschap is jarig.
Ik ga aan mijn dagboek werken, ik heb nog een achterstand en wil het niet uitstellen. Met mijn fiets ga ik nog even terug naar de fietsenmaker, hij kijkt nog even mijn versnellingen naar en pomp mijn band op tot 6 atm., mijn kleine fietspomp haal ik net de 4 atm. Terug op de camping ga ik de fiets schoonmaken. Na het eten ga ik nog bij het jeu-de-boules kijken, het reisgezelschap spelen gedurende hun reis een soort competitie. Het is een geforceerde vrolijkheid, sommigen meten iedere afstand na, wat erg. De mensen moeten elkaar nog leren kennen, maar toch dit lijkt mij niet echt leuk.
Op het nieuws van een Duitse kortegolfzender hoor ik van het nieuws van de ontploffing in Enschede, wat erg, zo zie je maar weer: zo denkt je alles te hebben, zo heb je niets meer. Geniet van elke dag, maak van iedere dag een bijzondere dag.
Totaal 1337 km.


Dag 16, 14 mei 2000
Na mijn havermout, afwas en nadat ik de laatste restjes bagage in de juiste fietstassen heb gestopt, ga ik weer op pad. Ik heb nu mijn tent in een achtertas en mijn kleding samen met de slaapzak in de blauwe waterdichte zak gedaan achter op de fiets gedaan.
Als ik de stad uit fiets, even wachten voor een stoplicht, komen er twee fietsers naast mij staan. Het zijn Hans Vermaat uit Groningen en Kees uit Middelburg. Kees, majoor buitendienst, heeft in de eerste week van zijn fiets tocht de voortassen, tent en zijn kookspullen naar huis gestuurd. Hij vond de fiets veel te zwaar. Kees fietst nog geen molshoop omhoog, hij bewijst dat direct als wij een heuvel opfietsen, hij rolt bijna achteruit. De afspraak die Kees en Hans gemaakt hadden was van dat ze niet op elkaar wachten, maar ze ontmoeten elkaar toch steeds weer opnieuw. Hans fiets samen met mij verder, "we zullen Kees toch wel niet kwijt raken" zegt Hans. Hans vertelt dat hij vorig jaar is gelopen van Le Puy naar Santiago de Compostela. Nu gaat hij fietsen en lopen combineren, hij heeft alle tijd, en gaat op de fiets terug. Soms fietsen we naast elkaar, en dan fiets ik weer alleen. Hans neemt af en toe een rookpauze. Bij Varzy kom ik Kees weer tegen, hij heeft een kortere route gefietst. Hans komt er ook weer bij, met z'n drieën stoppen we bij een kerk, De kerk is gesloten, Hans en ik vertrekken weer, even later komt Kees er aangefietst al roepend en zwaaiend. We stoppen, hijgend komt Kees bij ons en zegt "Ik heb nog een belangrijk bericht, het is vandaag moederdag". We lachen, we dachten dat er iets ernstig aan de hand was. Bij het naderen van Royan fiets ik weer alleen. Als ik bij de 'Bac', naar Pointe de Grave, aankom staat Hans al te wachten. We drinken samen een kop koffie. De boot vertrek pas over 40 minuten. We kopen een ticket á 27 FF en gaan aan boord. Kees komt net voordat de boot vertrekt. Aan boord eten we nog wat brood en praten we met een paar Vlamingen. Na een half uur komen we in Pointe de Grave aan. We gaan op zoek naar het fietspad dat achter de duinenrij ligt en gaan zo richting Montalivet. Het is een smal fietspad, maar een schitterende route. Het is een goede keus geweest om deze variant te kiezen. Het is warm vandaag ca. 30 ºC, STTT (StuurTas Thermometer Temperatuur). We schieten goed op, we zijn Kees alweer kwijt. Hans gaat roken, ik fiets door. Op het fietspad kom ik weinig mensen tegen. Dit gebied is een paar jaar geleden door bosbrand geteisterd, de sporen hiervan zijn nog goed te zien. Vorig jaar is ook dit gebied getroffen door de zware kerststorm, heel veel bomen liggen om. De bomen liggen overal, ook op de campings en parkeerplaatsen. De wegen zijn vrijgemaakt, maar naast de wegen, in de bermen liggen nog massa's geknakte boomstammen. Veel bomen zijn op een hoogte van vier meter afgebroken. Honderden meters hout, afgezaagde stammen liggen langs de route. De campingeigenaren hebben nog hun handen vol werk om deze ravage op te ruimen voordat het toeristenseizoen gaat beginnen.
Ik fiets lang bekende badplaatsen zoals, Montalivet-les-Bains, Hourtin-plage en Carcans-plage. Ik besluit om in de laatste te gaan overnachten op de camping municipal. Er is plek genoeg, zet mijn tent op en ga eten koken. Ik heb vandaag geen eten gekocht, even in de tassen kijken wat er nog is. Hutspot groente en aardappelpuree, macaroni en soep is er nog. Het wordt vandaag groentesoep vooraf en dan macaroni met de hutspotgroente, jam, jam een fijne combinatie. Terwijl ik aan het eten ben komt Hans het terrein op fietsen. Hij heeft ook besloten om hier maar te overnachten. Hij heeft onderweg ergens wat gedronken en wat geschreven. Uit zijn tas komt een fles cider, een cadeau van Kees. Hij maakt hem open, in een mum van tijd hebben wij de fles leeg. Hans gaat zijn tent opzetten, ik ga afwassen en daarna douchen. Na het douchen ga ik naar het strand. Met men voeten in het water bel ik Marloes. Ze wordt jaloers als ze hoort waar ik zit, zon op mijn bol en genieten van de oceaan. Thuis gaat het goed, dinsdag bel ik opnieuw naar huis. Ik blijf nog een uur zitten om in mijn dagboek te schrijven. Als de zon aan z'n reis door de onderwereld, Hades gaat beginnen - hopelijk zal de zon morgen weer als overwinnaar in het oosten weer opkomen - ga ik weer terug naar mijn tent.
Hans gaat nog naar het dorp om een biertje te pakken, ik ga niet mee. Ik ga slapen met 115 kilometer in de benen en met de zilte lucht is het goed slapen.
Totaal 1452 km.


Dag 17, 15 mei 2000
Onrustig geslapen, de oceaan bulderde in de nacht. Als je een paar dagen hier overnacht is het, denk ik, goed slapen. Maar hier ga ik niet opwachten, hup de tent uit. Hans is al op. Ik ga douchen, mijn spullen opruimen, kopje thee zetten en een boterhammetje erbij. Hans vertrekt, hij gaat boodschappen doen hier in Carcans-plage. Ik knoop de laatste spullen op de fiets en ik ga. Dwars door het dorp ga ik, op weg naar het fietspad naar Lacanau-Ocean. Het is een smal fietspad (50 cm), veel van deze paden dateren uit de Tweede Wereld oorlog en maakten deel uit van de Atlantic Wall. Het pad gaat door de duinen en net achter de duinen langs. Het is een mooi pad, wel goed opletten. Er zitten gaten in het fietspad en bij iedere kruising met een bospad staan paaltjes direct naast het pad. Gelukkig kom ik maar één fietser tegemoet. In Lacanau-Ocean doe ga ik inkopen doen bij de Sparwinkel. Ik eet vanavond macaroni met een Mexicaanse groentemix met tonijn en met verse tomaat. Voor onderweg, bij de koffie, een pain aux raisin. Het fietspad wordt af en toe breder en soms rij ik op een weg die is afgesloten voor het andere verkeer. Door de duinen, achter de duinen langs over parkeerplaatsen, het is vol afwisseling. Maar wat zal het hier zomers druk zijn. Langs het pad staat een bankje, ik stop en maak koffie en eet mijn pain aux raisin op. Wat een stilte, ik hoor alleen de vogels en de oceaan op de achtergrond.
Na 20 minuten ga ik weer verder door het bos en langs de bosrand en voor de afwisseling een stuk afgebrand bos. Verder ga ik weer door het bos, nu een bos met omgewaaide bomen. Zo kom ik omstreeks het middag uur aan in Arés, hier zijn we al een keer met de caravan geweest samen met Jan en Tineke.
Ik fiets nu over een oude spoortracé Les Landes langs oude stationnetjes, Oorspronkelijk was dit land onherbergzaam en vol gevaren, o.a. met zandverstuivingen, zodat de pelgrims liever een omweg maakten. Onder Napoleon is men begonnen met grootschalige aanplant van dennenbomen en daarbij ontstonden kleine nederzettingen van bosarbeiders met kapelletjes en een schooltje.
In Anderdos koop ik een demi pain, lekker vers broodje. Even later eet ik het met sinaasappeljam op. Verder ga ik, het tracé gaat langs de Bassin d'Arcachon, ik volg de bordjes "Piste Cycleble Biganos" Bij het passeren van het dorpje Lanton, kom ik Hans weer tegen. Hij kon vanochtend het fietspad niet vinden en heeft langs een andere route gefietst. Samen fietsen we verder, Bij Milos ga ik een kerkje bekijken, Hans fietst door.
Het stuk langs de D216, tussen Milos en Sanguinet is 16 kilometer lang. Het is een vreselijk stuk, heet, veel vrachtverkeer en veel tegenwind. Op het laatst heb ik het niet meer, ik wil stoppen voor vandaag. Na veel zwoegen en veel stoppen kom ik in Sanguinet aan, hier is een camping. Op de camping "Le grand Pins" zet ik mijn tent op. Dit zal achteraf gezien mijn duurste overnachting zijn. (…….FF). Na het douchen ga ik nog even naar het strand. Sanguinet ligt aan een groot meer, 13 kilometer verderop ligt de bekende badplaats Biscarrosse. Tegen halfzeven ga ik eten het smaakt goed, wat zeg ik, het is zelf lekker. Ik ga op een bankje in de zon zitten, om mijn route van vandaag aan te tekenen in mijn dagboek. Naast mijn tent staat een caravan, een kip uit Nederland. Terwijl ik dit zit te schrijven zie ik verderop een eekhoorn, hij pakt een pijp, steekt hem op en zwaait nog even (dit is niet op ware waarnemingen gebaseerd). Het zijn hele leuke diertjes.
Het is halfnegen als ik koffie ga zetten, met de beker koffie ga ik terug naar het bankje op wat te puzzelen. De kipeigenaar komt naar mij toe lopen en vraagt "heb je zin in een kop koffie". Ik zeg "ik zit net aan mijn koffie". "Nou" zegt hij "dan kom je toch gewoon even bij ons zitten wij vinden het wel gezellig". Ik ga met hem mee. Hij in zijn vrouw zijn fervente caravaners. Ze vertellen dat ze op weg zijn naar Portugal. Ze tonen veel interesse in mijn tocht en vragen veel. Ik krijg bij mijn tweede kop koffie een plakje cake. Het zijn aardige mensen, om kwart voor tien ga ik in mijn tent. Het echtpaar wenst we een goede tocht. Na 102 kilometer ga ik slapen.
Totaal 1554 km.


Dag 18, 16 mei
Het is zeven uur als ik opsta. Havermout als ontbijt, mijn thee is op. Het begint te spetteren, ik ruim snel mijn spullen op en ik doe mijn regen jas aan. Het is kwart over acht als ik de camping af rij en het is weer droog.
Vanaf Sanguinet tot aan Ychoux, twintig kilometer lang alleen maar bomen, bomen en nog eens bomen enz. Het is een saaie rechte weg met na negen kilometer een knikje. Ik kom niet goed in mijn ritme, ik blijf schakelen. Mijn humeur wordt er niet beter om. Wat duurt dit lang, ik denk aan thuis, Yannick en Youri naar school, Marloes aan het werk, ze is gisteren op cursus geweest. Ruim een uur na mijn vertrek vanaf de camping kom ik aan in Ychoux, hier bezoek ik een bakker, koop een stokbroodje en een pain aux chocalat. Terwijl ik fiets, eet ik mijn chocoladebroodje op. Er volgen nog twintig kilometer eenzaamheid tussen de bomen en bomen en nog veel meer bomen, er komt maar geen eind aan deze weg. Na een uur bomen en niet lekker fietsen om ik aan in Escouse. Hier sluit de kustroute weer aan op de hoofdroute.
Op een bankje in het park van Escouse maak ik koffie en beleg een stokbroodje met jam. Op de hoofdroute, waar ik op uit zie, komen twee fietsers aan. Ze zien mij zitten op het bankje en komen naar mij toe. Het is een echtpaar, Reini en Henk uit Zwolle. Zo zitten we dan met z'n drieën wat te eten. Tijdens het eten vertellen ze dat ze werken in een ziekenhuis in Zwolle, ze hebben hun teveel aan verlofuren hebben opgenomen. Ze hebben drie maanden de tijd voor hun fietstocht, eventueel willen ze ook een gedeelte terug fietsen.
Na de koffie gaan we gezamenlijk verder door de eindeloze bossen, het is met z'n drieën minder saai. We fietsen een strak tempo, onder het fietsen praten we wat met elkaar. Na twaalf kilometer komen we aan in Onesse-et-Laharie, dit was mijn eindpunt voor vandaag. Het is pas twaalf uur, ik ga door, ik wil weg uit het bos. Henk vertelt dat hij andere fietsers heeft ontmoet die verteld hebben dat de kruising N10\D140 bij Lesperon niet meer bestaat. Maar wel heeft hij een alternatieve route gekregen, het zijn wel iets meer kilometers. We fietsen het alternatief en inderdaad de kruising is weg. Er staat nu een viaduct, maar er zijn nog geen op- en afritten. Voorbij de kruising stoppen we om wat te eten, we zitten in de schaduw van de bomen. Na deze lunchstop gaan we verder, nog steeds door het schijnbare eindeloze bos. Bij goed weer zijn de Pyreneeën hiervandaan te onderscheiden. Maar het wordt donker en het gaat onweren, dus geen Pyreneeën. We stoppen om onze regenkleding aan te trekken, even later gaat het ook regenen. We schuilen nog even voor we verder gaan. Bij Taller zien we nog een houtskoolstokerij. Langzaam veranderd het landschap er komen meer open plekken. In Gourbera maak ik een foto van een kerk. We bezoeken bovendien het kerkhof om onze bidons te vullen. Op ieder kerkhof heb je een kraan met goed drinkwater. Na enig zoeken vinden we een winkel om onze eten te kopen. Net iets verder zien we een camping. We gaan hier maar overnachten. Reini wil voor mij wel meekoken, aardappelen met vlees en sla. We staan op één plaats met de beide tenten en drie personen voor 52 FF, d's niet duur. Na het opzetten van de tenten trekken we een blikje bier open, dat smaakt, er volgt snel nog een. Reini kookt het eten en de tussentijd ga ik mij douchen. Bij eten schenk ik een rode wijn. Tijdens het afwassen gaat het hozen en onweren. Terwijl ik in mijn tent lig bel ik naar huis, Yannick neemt op. Marloes is nog aan het werk. Alles gaat goed thuis, Yannick gaat toch zijn spreekbeurt maar over roofvogels houden. De ansichtkaarten zijn aangekomen, met een tijdsverschil van twee dagen, terwijl ze tegelijk op de bus zijn gedaan. Later belt Marloes terug. Ze is afgelopen maandag naar de cursus geweest, ze vertelt enthousiast. De verbinding valt weg, batterijen zijn bijna leeg. Nog snel even terug bellen om te zeggen dat de batterijen bijna leeg zijn, de verbinding wordt weer verbroken. Ik hoop dat het bericht is overgekomen. In het tussen tijd is het droog geworden, samen drinken we nog wat koffie en daarna gaan we weer over de rode wijn. Reini steekt wat kaarsen aan, dit geeft een mooie sfeer. De wijn is op en na 10.800.000 centimeter is het goed slapen.
Totaal 1662 km.


Dag 19, 17 mei 2000
Het is zeven uur, ik sta op. Het miezert af en toe. Na het douchen ga ik mijn havermoutpap opeten. Gisteren heb ik weer mijn voorraad thee aangevuld, zodoende kan ik nu weer een heerlijk kopje thee drinken.
De buren worden ook wakker, ze gaan douchen. Mijn spullen was ik af en laad de tent weer op mijn fiets. Vandaag ga ik alleen verder, Henk en Reini gaan nog inkopen doen, hun fototoestel is stuk. Zij fietsen vandaag naar St. Jean-de-Port, dit is de meest westelijke doorgang voor de pelgrims naar Spanje. Ik probeer vandaag Oleron-St.Marie te bereiken, ongeveer 90 kilometer. In Oleron-St.Marie is bovendien mijn laatste postadres in Frankrijk. Het is halfnegen als ik vertrek uit Dax. Vanaf Dax gaat het licht bergop en daarna slingert de weg zich met veel bochten naar Peyrehorade. Bij mooi weer zal je hier wel een mooi uitzicht hebben, maar nu is het nevelig, het is wel droog. Het is een veel afwisselende route en véél mooier dan gisteren, maar wel zwaarder. En weer gaat het naar boven met veel bochten, dit belooft wat voor vrijdag, Col de Somport. Bij de dorpen verschijnen afgescheiden pleintjes voor het pelote-spel en de plaatsnamen worden ook gespeld in het Euskara, zoals de zeer oude Baskische taal genoemd wordt. Ik bevind mij nu in Frans Baskenland of de Béarn.
In Peyrehorade is markt en ik loop met de fiets aan de hand over het marktplein. Ik val wel op, de meeste mensen zijn hier wel een stuk kleiner. Bij een bakker koop ik mijn brood voor vandaag. Als ik het brood in mijn fietstas stopt komt er een oud mannetje naar mij toe. Hij wijst op mijn schelp "St. Jacques?" vraagt hij, ik antwoordt met "Qui, monsieur". Aansluitend vraagt hij waar ik vandaan kom en hoeveel kilometer ik per dag fiets. Bon Courage wenst hij mij toe en ik ga verder de markt over.
Na Peyrehorade volg ik het dal van de Gave d'Oloron, dit is een snel stromend rivier. Het fietsen gaat nu gemakkelijk. Bij Sorde-lÁbbaye haal ik een stempel. Deze plaats was een beruchte oversteekplaats voor de pelgrims. De veerlui vroegen veel geld en schrokken er niet voor terug een overladen bootje om te laten slaan, zodat de pelgrims verdronken. De bezittingen visten ze dan uit het water. De abdijkerk is imposant. Ik blijf de rivier volgen, het is koud. Als ik in Carresse stopt om mijn brood te eten trek ik ook mijn lange broek aan. Dit is ten minste warmer. In Carresse splits zich de route in de Navarra-route naar St. Jean-de-Port en in naar de Aragon-route St. Marie d'Oloron. Alle mensen die ik ontmoet heb kiezen voor de Navarra-route, ik ga alleen op weg naar St. Marie d'Oloron. Onderweg zie ik een paar grote roofvogels, wat is het een prachtig gezicht. Ik blijf een tijdje staan te kijken. Dit is nu een van die mooie momenten van het fietsen. In Sauveterre-de-Bearn kom ik op de D936, dit is een brede weg, het is erg rustig op de weg. Ik fiets nu niet meer op de beschreven route, maar ik besluit toch om deze weg maar te volgen. Het is begonnen met miezeren. Nu weet ik niet wanneer het stopt met miezeren en het begint met het regenen, maar al snel fiets ik in het regen. Tijdens een stop doe ik mijn bril af en doe ik mijn petje op. Zo'n petje is toch wel handig. Ik fiets in een hoog tempo naar St. Marie d'Oloron. Om halfvier ben ik er al. Vanaf de grote weg ga ik eerst richting het centrum en ik kom langs het postkantoor. Er is post voor mij, ik betaal 9FF. Bij het toeristenbureau haal ik een stempel, hier moet ik ook een formulier invullen, waar ik vandaan kom en waar ik heen ga. Bovendein krijg ik een plattegrond van de stad en ze geven aan hoe ik op de camping moet komen.
Op de camping is een afdakje met bijbehorende tafel en bankjes speciaal voor fietsers en wandelaars. Naast het afdakje zijn kampeerplaatsen speciaal voor deze groep kampeerders. Hier is tenminste over nagedacht.
Het droogt een beetje, maar het gras is kleddernat. Toch zet ik mijn tent maar op. In de tussentijd laad ik mijn telefoon op in de wasruimte. Vanwege de kou doe ik mijn fleece trui aan en ik ze t een kop thee. Het laatste stukje brood eet ik ook maar op.
Op de camping zie ik een caravan (Predom) staan met een grote kiekendief erop. Als ik vraag of ze uit Flevoland komen antwoorden ze dat ze uit Friesland komen. Ze dachten zelf dat de kiekendief uit Polen kwam, want de Predom caravan komt ook uit Polen. Van mevrouw krijg ik een glas wijn aangeboden. We kletsen wat en ze vertellen dat ze een rondreis gaan maken door Spanje. Ik bedank hen voor hun gastvrijheid en ga de stad in. Ik ga inkopen doen voor mijn avond eten. Vanavond eet ik macaroni met groente en een glas wijn. Terug op de camping zie ik dat mijn accu al is opgeladen. Aan de tafel zitten twee jonge dames al te eten. Ze bieden mij een glas rosé aan, maar ik bedankt, ik drink liever een glas rode wijn. Ze zitten hier op school en tussen de middag of s'avonds eten ze wel eens hier. s'Avonds ontmoet ik nog een Fransman die staat hier ook met een tentje en fiets. Hij maakt een tocht door de Pyreneeën, maar heeft iets afgebroken van zijn fiets en dat moet eerst gemaakt worden voordat hij verder trekt. Ik drink een glas wijn en neem wat zoute pinda's en ik bel naar huis. Yannick neemt op, alles is goed, Marloes is net weer aan het werk. Half uur later belt Marloes terug, Yannick heeft een briefje neer gelegd. De post is aangekomen bij Herman en Rösli en ook bij Nick. Marloes heeft post gestuurd naar Burgos. Ik vertel dat ik een kaart heb ontvangen van Chris, een foto van mij door de polder erbij. Bovendien heb ik post gekregen van Pa en Ma van Maaren, twee hel leuke brieven. Ze schrijven dat Yannick en Youri een weekje bij hen gaan kamperen in Hardenberg, Hartstikke goed hè, zulke schoonouders. Er is ook een kaart van Herman en Rösli en hun kinderen. Ik spreek met Marloes af dat ik vrijdag weer zal bellen, ze wenst mij veel sterkte toe voor vrijdag, kusjes en doei. Om halfelf luister ik nog naar het nieuws en daarna ga ik slapen. Na 97 kilometers en een halve FRW zal ik wel weer lekker slapen.
Totaal 1759 km.


Dag 20, 18 mei 2000
Om acht uur sta ik op, ga lekker douchen, zet een kop thee en ga en mijn dagboek schrijven. Als de bakker om negen uur op de camping komt koop ik twee croissants en een stokbrood. De croissants smeer met een dikke laag jam en peuzel dat met een kopje thee op. Ik fiets naar de intermache om grote enveloppen te kopen. Ik wil wat spullen naar huis sturen die ik niet meer nodig heb zoals, twee route boekjes, kaartmateriaal en post. Op mijn gemak fiets ik door het centrum van St. Marie d'Oloron. Ik breng een bezoek aan de pelgrimskerk van het staddeel St. Marie. Deze kerk heeft een grote portaal onder de Romaanse toren. Het portaal is rijk voorzien van gebeeldhouwde figuren uit de Apocalyps. Twee geboeide Saracenen, als herinnering aan de strijd tegen de moren, zijn gedoemd de middenpilaar te torsen.
Op de trappen van een andere kerk maak ik mijn post in orde, ik verdeel het over drie enveloppen en berg ze op in mijn fietstassen. In de laatste enveloppe doe ik nog een briefje voor Marloes. Binnen in deze kerk zie ik een mooie glas-in-lood voorstelling van St. Rochus met zijn hond.
Net voor sluitingstijd kom ik bij het postkantoor, de brieven worden gewogen. Ze hebben ook nog post restante voor mij, een kaart van Gert en Marion, Kim en Nick. Dit vind ik leuk post vanuit de straat.
Ik ga terug naar de camping, onderweg koop ik nog wat tomaten en een beker crème frais. De tafel is bezet door een groepje scholieren. Ik loop nog even naar de Friezen voor een praatje. Later zie ik dat de tafel leeg is, dan ga ik mijn eten bereiden. Stokbrood met tomaat en een bekertje crème frais als toetje.
s'middags ga ik lopen naar het centrum. Ik ga eerst langs een bank om mijn Franse francs te wisselen voor Spaanse peseta's. Dit is gelukt, heb ik in ieder geval morgen wat Spaans geld bij me. Boven op een heuvel staat de Romaanse kerk de St. Croix uit 1080. Op het kerkhof staat een treurige roestige Mariabeeld. Vanaf het kerkhof heb ik een mooi uitzicht op de Pyreneeën, daar zal ik morgen heen moeten. Op de terugweg naar de camping koop ik wat krachtvoer voor morgen, müslirepen, bananen en een volkoren brood. Op de camping maak ik alvast wat spullen voor morgen in orde, ik smeer de ketting en ruim wat spullen op. Morgenochtend vroeg wil ik al op pad.
Bij het toiletgebouw kom ik mevrouw van de kiekendief tegen, we kletsen wat. Sommige mensen hebben veel ziektes en mankementen gehad of hebben die nog.
Ik zoek mijn plekje weer op en ga in mijn tent liggen, het is koud. Na het avondeten, puzzel ik nog wat, drink nog een kop koffie en ga slapen. Ik merk dat ik toch wel wat gespannen ben voor morgen, want dan moet het gebeuren. De Col de Somport wacht op mij, ik ben er klaar voor.
Totaal 1859 km.


Dag 21, 19 mei 2000
Halfzes, mijn alarm gaat af. Het is nog donker, oh, toch niet, mijn ogen zijn nog dicht. Het begint te schemeren (ik heb nu beide ogen open). Ik ruim de slaapzak en luchtbed op. De tent ontdoe ik van de slakken en berg het kletsnat op. Ik maak mijn kopje thee en een flinke bord superpap "havermout".
Het is net zeven uur als ik de camping afrij. Eerst fiets ik via de kathedraal, dan langs "de kus" de stad uit. Ik kom vrij snel op de grote weg, de N134, er moet nog een alternatief zijn maar die vind ik niet. Het regen licht, maar niet voor lang. Het is koud, de STT geeft 8ºC aan, maar het is nog zeer rustig op de weg. Ook nu nog merk ik dat ik toch wel gespannen ben, benieuwd wat en vooral hoe zwaar gaat het worden. Rustig volg ik de N134, er zijn geen andere fietsers onderweg. Langs de N134, ontmoet ik een 57 jarige Amerikaan, hij is vertrokken uit Nîmes. Hij vertelt dat hij alle tijd heeft en dat het tot nu toe het zeer goed gaat. Met mij gaat het ook nog steeds goed, ik kom goed in mijn ritme. Langs de route ligt een schitterend aangelegde oude spoorlijn, eigelijk moeten ze hier een fietspad van maken. Bij Accous maak ik een sanitaire stop en bovendien maak ik een kop koffie met een broodje franse kaas. Ik heb mij voorgenomen om vandaag rustig aan te doen en vooral te genieten. Net als ik weer wil gaan fietsen komt er een fransman mij voorbij lopen. Hij komt uit Marseille en loopt 30 á 50 kilometer per dag. Wandelen is volgens mij zwaarder dan fietsen. Een fietser kan toch gemakkelijker een stukje door fietsen als een slaapplek vol is. En bergaf kan ik freewheelen, een wandelaar moet dan ook zijn ene voet voor de andere zetten. We wensen elkaar een goede tocht en hij gaat verder. Even later vertrek ik ook en passeer de wandelaar al snel. We roepen nog "Bon Courage" en verder ga ik.
Bij Estaut zie ik een oudere man op een bankje zitten, als ik bij hem kom zie ik dat de man helemaal rilt van de kou. Het blijkt een Nederlander te zijn, hij kan bijna niet praten van de kou. Hij is vanochtend begonnen in Canfranc aan de andere kant van de Col. Hij heeft toch de afdaling onderschat, en heeft zich niet warm genoeg aangekleed. De man komt al weer een beetje bij en zal wat rustiger naar beneden gaan. Na een tijdje ga ik weer verder, de weg blijft nu voortdurend klimmen tussen de beboste hellingen van de vochtige noordkant van de Pyreneeën. Het is nu nog twintig kilometer naar de top. Heel rustig draai ik rond, 8 á 10 km\uur, sommige stukken 6 km\uur. Wat is de omgeving mooi, soms zie ik de toppen uit het wolkendek verschijnen. Langzaam ga ik naar boven, vooral niet te snel boven willen komen. Onderweg stop ik geregeld om wat te drinken en te eten. De doorgang wordt steeds smaller, de smalle doorgang wordt strategisch bewaakt door de tegen de rotswand liggende Fort du Portalet. In dit fort hebben na de Tweede Wereldoorlog politieke gevangen gezeten. Net voor Urdos zijn ze bezig om een nieuwe tunnel te maken. Vanaf de tunnel gaat de weg met haarspeldbochten omhoog met een gemiddelde stijgingspercentage van 9%. Heel rustig peddel ik voort 5 á 6 km\uur. Ik weet niet hoeveel kilometer ik nog van de top verwijderd ben, mijn teller heb ik per ongeluk gereset. In een ruime bocht ga ik zitten eten, maak een kopje thee en geniet van de omgeving. Het is nu helder weer en de STT geeft 18 ºC aan. Achter mij hoor ik getoeter, het zijn de Friezen van de kiekendief ze zwaaien heftig en toeteren naar mij. Ja, ik heb jullie gezien en ik zwaai terug. De vrachtwagens kruipen naar boven, daar moet ik ook heen, hoog beven mij. Na het opruimen van mijn spullen ga ik rustig verder. Het gaat heel regelmatig, ik denk maar dat ik op een zondag een klein stukje aan het fietsen ben. Het kost wel kracht, ik moet natuurlijk de zwaartekracht overwinnen, tot nu toe valt het mij nog niet tegen. Mijn benen houden zich goed. Ik bereid mij voor op de laatste zware helling net voor de top, zie ik ineens een bord "Spanje 400 meter". Voordat ik het besef ben ik op de top van de Col de Somport 16322 meter hoog. Hoera, ik ben boven, ik ben in Spanje. Boven op de Col staat de Camino aangegeven door middel van een bord. Een Spaanse dame zet mij op de foto. Zittend in de zon, genietend van het uitzicht, bel ik Marloes, dat ik in Spanje ben en ik beschrijf het uitzicht. Ze is verbaasd dat ik er al ben. Vanavond zal ik opnieuw bellen. Terwijl ik al naar beneden ga, zie ik dat er in de berm een mooi pelgrimbeeld staat. Ik keer om, zet aan, en knak mijn ketting valt gebroken op de grond. De ketting is zeker moe geworden tijdens de beklimming van de Col. Gelaten laad ik mijn bagage af. Ik haal de tent uit mijn fietstas, daaronder ligt het doosje met de kettingpons en een verbindingsschakel. Dit schakeltje heb ik gekocht tijdens mijn rustdag in Saintes, ik zag het toevallig in de winkel liggen. Heb ik dus vergeten mee te nemen vanuit Nederland. Na 10 minuten is mijn ketting weer gerepareerd en mijn handen zwart. Na het optuigen van mijn fiets, toch nog een foto gemaakt van de pelgrim.
Met hoge snelheid naar beneden, richting Jaca. Maar goed dat ik de fleecetrui heb aangetrokken. Geregeld rem ik krachtig af, anders gaat het veel te snel. Het is een lange afdaling naar beneden. Vlak voor Jaca is een klein klimmetje, ik stop even, probeer mijn handen nog wat schoner te krijgen. Bovendien doe ik mijn trui uit, het is hier ongeveer tien graden warmer dan aan de Franse zijde van de Col.
Aangekomen in Jaca, zie ik recht van mij de citadel, in de 16e eeuw door Philips II gebouwd. Voor dit bastion met zijn dikke muren in de vorm van een puntige vijfhoek werd toen een hele stadswijk gesloopt. De vorm komt overeen met die van de Nederlandse vestingsteden. Hier schuin tegenover, voorbij de Plaza San Pedro staat de kathedraal uit de 11e eeuw. Ik zet de fiets in het voorportaal. Boven de ingang onder het grote westportaal zit een fraaie 'Chrismon', het oude monogram van God: de alpha en omega, begin en einde. In de kerk valt direct het verschil op met de Franse kerken die ik tot nu toe heb gezien. In deze kathedraal zit veel pronk en praal en veel tierlantijntjes van goud, dit is kenmerkend voor de barokke stijl. De heilige Rochus, San Roque is hier twee keer afgebeeld. Bovendien is er ook een mooie museum in een apart gedeelte van de kathedraal, vele altaar stukken en restanten van pilaren staan hier opgesteld. Er is ook houtsnijwerk met bijbelse voorstellingen, schitterend. Bij de pastoor haal ik een stempel voor mijn Credential.
De camping in Jaca is smerig, hoog gras, vies sanitair, een jaar niet schoon gemaakt. Dan fiets ik liever 15 kilometer verder, ondanks dat ik al een vermoeiende tocht heb gefietst vandaag. De weg gaat licht naar benenden, ik fiets nu tegen de wind in door het dal van de Rio Aragón. Ik passer de afslag naar de monasterio de San Juan de la Peña, ik kan het niet meer opbrengen om deze omweg te fietsen. De camping "Pirineos" van Sta. Cilia de Jaca is een schitterende camping. Voor 1000 Pst. Kan ik hier een nacht staan. Er zijn nog veel meer Nederlandersop de camping. Door de buren word ik uitgenodigd voor een glas rode wijn. Nadat ik de tent opgezet heb, ga ik op de uitnodiging in. Het is een echtpaar uit Wageningen ze wandelen veel. Ze gaan deze week de omgeving verkennen. Een sympathiek stel.
Om halfelf luister ik nog even naar de radio en daarna ga ik slapen. Na 105 kilometers, een beklimming over de Col de Somporten drie glazen wijn is het goed slapen.
Totaal 1864 km.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nederland, Dronten

Dronten - Santiago de Compostela

Recente Reisverslagen:

30 April 2012

Slot

30 April 2012

deel 3

30 April 2012

deel 2

23 April 2012

Santiago 2000
Wubbe

Actief sinds 27 Feb. 2012
Verslag gelezen: 723
Totaal aantal bezoekers 135845

Voorgaande reizen:

05 Mei 2017 - 27 Mei 2017

Via de la Plata 2017

02 Mei 2014 - 12 Juni 2014

Vader en zoon onderweg naar Santiago

03 Mei 2013 - 29 Mei 2013

Dronten - Provence

04 Mei 2012 - 09 Juni 2012

Dronten - Rome

30 April 2006 - 28 Mei 2006

Rome - Dronten

01 Mei 2004 - 29 Mei 2004

Sevilla - Santiago de Compostela

09 Mei 2002 - 11 Juni 2002

Dronten - Rome

29 April 2000 - 01 Juni 2000

Dronten - Santiago de Compostela

Landen bezocht: